“Zullen we eerst de kinderen maar naar opa en oma brengen?
Dan hebben we onze handen vrij om de spullen aan boord te sjouwen?” “Ja, goed
idee.” “Kijk hier, wat een geluk, ze hebben karretjes en opa komt ons al
tegemoet.” Terwijl ik samen met opa en de kinderen naar de boot loop, gooit
Patrick de auto leeg en het karretje bomvol. Op vakantie met 2 kinderen lijkt
net een volksverhuizing en dan te bedenken dat we afgelopen weekend al een deel
van de spullen overgeladen hadden. Opa en oma lagen toen met de boot in
Steenbergen. Helaas heeft Patrick geen vakantie en rijdt hij na een drankje
gedronken te hebben, van Vlissingen weer terug naar huis.
Binnen in de boot van opa en oma is een bom ontploft, overal
staan tassen, speelgoed, een autostoeltje, maxi cosie, zitzak, parasolletje,
reddingsvesten, zeilpakken en niet te vergeten, de pakken luiers. Toch heeft
opruimen nu even niet de hoogste prioriteit. Eerst moet Fenna eten en daarna
moet Dylano hoognodig naar bed. Dylano valt na een drukke dag met kraamvisite
en een bbq, letterlijk om van vermoeidheid. In de boot zijn twee achterhutten
en als in één daarvan de rust is wedergekeerd, kan het opruimen beginnen.
Maargoed dat in die andere hut niemand hoeft te slapen, want die is tijdelijk
omgetoverd tot berging. Na een uurtje puin ruimen heeft alles zijn plekje
gevonden en kruip ik gezellig bij de kinderen in de hut. Ik wens mezelf een
fijne vakantie toe en geniet nog even van mijn twee slapende kinderen. Wat zijn
ze toch lief.
De volgende morgen maken we ons klaar voor vertrek. Voor
zowel Fenna als Dylano wordt dit de eerste echte zeetocht. In de kajuitingang
heeft opa een plankje gemonteerd waar we Dylano’s autostoeltje aan vast hebben
gezet. We zijn nog maar net vertrokken en Dylano slaap al. Ook Fenna ligt lekker
in haar kinderwagenbak te slapen. Deze hebben we klem gezet op het bed in de achterhut.
Technisch gezien zou het dus allemaal goed moeten gaan. Vanwege de borstvoedingen
van Fenna en eventuele wilde bewegingen van het schip, die Fenna zouden kunnen
omrollen, hebben we besloten dat ik binnen in de boot blijf. Ik help nog mee
met het afmeren in de sluis en klim daarna over Dylano weer naar binnen.
De tocht is niet echt comfortabel te noemen. We hebben meer
wind dan voorspeld en moeten er ook nog eens tegenin hakken. We proberen
stukken te zeilen, maar het geeft niet het gewenste resultaat. Opa besluit
Oostende als eindpunt van deze vakantie te houden en niet door te varen naar
Engeland. In kleine stukjes varen we op ons gemak terug. Achteraf een
verstandige keus, want ook de rest van de week zit de weerman er regelmatig
naast.
De kinderen gedragen zich goed op zee. Fenna slaapt veel en
zolang ze haar voedingen maar op tijd krijgt, vindt zij alles prima. Dylano is
het liefste buiten. Eén keer is hij naar binnen geweest om op bed te spelen,
maar dat was niet zo’n goed idee. Ik zag hem wit wetrekken en zijn handje naar
zijn mond brengen om rare kuch-geluiden te maken. Oh…ow, snel naar buiten jij!
Gelukkig net op tijd. Dylano krijgt weer kleur en begint vrolijk om zich heen
te wijzen. Grote zeeschepen noemt hij “WOW” boten. En als er dan een zeilboot
van ongeveer 16 meter
voorbij komt varen, roept hij: Keine boo (kleine boot). Dat zal straks nog
tegenvallen op onze “mini boo”.
Pap en mam, bedankt voor alle hulp en de gezelligheid van
afgelopen week. En ja, ik ben zo tot rust gekomen, dat ik alweer nieuwe
vaarplannen heb verzonnen. Dit bevalt me zo goed, ik wil nog niet terug naar
onze thuishaven. Patrick vaart ons tegemoet en op de Mosselbank stappen ik en
de kids weer over op de eigen boot. Dit is toch het seizoen om van de boot te
genieten? En we gaan nog niet naar huis….nog lange niet, nog lange niet….
[Bianca]
[Bianca]